Family Tree Collection | Main index A-Z | Total index | Names | Index places | The De Lange Family Tree (From Elburg) |
Family Page |
Ezechiel Beem
to: Betje Hartog |
1) Eva Ezechiel Beem, birth CA 1767 Elburg, died 20 Jun 1853 Elburg
Married 1798 Elburg to: Joseph Levi De Lange, birth 21 Apr 1768 Einartshausen, Het geboortejaar van Joseph lijkt vrij nauwkeurig vast te stellen, maarer zit een addertje onder het gras. De plaats waar hij is geboren staatook niet onomstotelijk vast. In een niet gedateerde Tabellarische Staatvan inwoners van Goor staat vermel d "Jozeph Levi, ouderdom 30, beroepcoopman, gehuwd, 1 kind". In het register van naamsaanneming van Elburgvan 1813 wordt beschreven "geboren te Eenhuijzen op den eenentwintigapril zeventien honderd twee en zestig". Echter vermeldt hetbevolkingsreg ister van Elburg van 1828/29 als geboorteplaats van Josephde Lange Franfurt am Main en als leeftijd oud 60 jaar, dus is hijgeboren omtrent 1768/69. Op de lijst van ingezetenen binnen Elburgwoonachtig van 1831-1839 staat als geboorteplaats weer "Ee nhuijse" (watovereenkomt met Einartshausen) en als jaar 1768. Op grond van hetmeermalen noemen van Einartshausen en de herleiding betreffende de vadervan zijn broer Calman ga ik er van uit dat hij toch wel uit dat plaatsjeafkomstig is. De staat der sterfgevallen, ingeschreven op de registers van denburgelijken stand der gemeente Elburg gedurende de maand mei 1839,vermeldt: Lange, Joseph de/beroep: koopman/adres: Elburg Zuiderkwartier244/overleden:24 mei/Leeftijd: 72 jaar/geboort edatum: onbekend watuitkomt op een geboorte jaar 1767.We zouden er van kunnen uitgaan dathij geboren is in 1768 ware het niet dat dit in tegenspraak is met hetregister van naamsaanneming van 1813. Het is mogelijk dat het jaartaleen verschrijvin g van de ambtenaar is, aangezien de volgende persoon(Beem) ook als geboortedatum 1762 heeft opgegeven. Terzijde zijopgemerkt dat hij op het Registre Civique van 1811 onder nummer 150voorkomt als geboren 15 mei 1764, wat kennelijk nergens op slaat . In1929 zegt hij dat hij 60 jaar is (dus geboren 1768/69), in 1831 wordtvermeld geboren 1768 en bij overlijden was hij 72. Op grond hiervan neemik 1768 aan dat dit zijn geboortejaar is., died 24 May 1839 Elburg, Joseph overlijdt 24 mei 1839. De overlijdensakte vermeldt dat hij bijoverlijden 72 jaar oud was, dus was hij geboren in 1768 of 1769. Deburgemeester certificeert op 27 oktober 1839 " op de getuigenis vanBarend Hčofeld en Lubberton van Hulzen, beid e stadsbodens, dat deerfgenamen van Joseph de Lange geene roerende of onroerende goederenbezitten, alzoo niet genoegzaam gegoed zijn om de kosten van vervolgingte kunnen dragen en hij evenmin niets heeft nagelaten." De manhiegiem(bestuursleden) de r Isračelitische Gemeente te Elburg verklaren op 31oktober 1839 dat hij "in eenen armoedige staat verkeerde, zoo doorgemelde gemeente als deszelfs kinderen is onderhouden en alzoo isvervallende in de termen van uitzondering tot betaling van het Re gt vanSuccessie." Joseph wordt begraven op de Joodse begraafplaats te Elburg,in grafnummer 2. De tekst op zijn grafsteen luidt: "hier rust...Josephzoon van Baroeg de Leviet. Hij ging naar zijn eeuwigheid op de dag voorSabbat 11 Siwan en werd begra ven op zondag 13 Siwan van het jaar 599 (11Siwan 1599=vrijdag 24 mei 1839)., occupation: koopman (kramer), son of Baruch-Barend Levi and Dina-Berendina Meier Joseph had een oudere broer Calman Samučel. Naar alle waarschijnlijkheidhad Calman een andere vader Schmul = Schmučel-Samučel. Joseph Levie komt op het paspoort van Calman niet voor. Toen deze in1775 het paspoort verkreeg was Joseph dus 7 jaar oud. Of hij met zijnbroer is meegetrokken of later is gevolgd is niet bekend. In de militielijst van circa 1792 komt hij voor als "Joseph Levi, oud30, qualiteit coopman, gehuwd, 1 kind", waaruit weer een geboortejaaromstreeks 1762 kan worden afgeleid. Het huwelijk van Joseph met Eva Beemis nog niet gevonden.Het is waarschij nlijk voor 1792 voltrokken,waarschijnlijk te Goor, maar mogelijk te Elburg. In een niet gepasseerdehypotheekacte van mei 1801 en het register van de 50ste penning in 1802wordt gesproken van "Jospeh Levy en zijn vrouw Eva Jacob". In diverseakte n te Elburg zijn als haar ouders Ezechičel Beem en Betje Hartogvermeld, die beiden aldaar woonden. Joseph koopt op 7 augustus 1793 vanHendrik van Ommen en Helena Maria Ihrman te Goor voor vijfhonderd guldeneen huis en hof dat eerder aan zijn broe r Calman was verhuurd, waardoorhij op 14 september 1793 de aankoopsom leent van de dames Menger tegen6% 's jaars, met het huis als hypotheek. Joseph en zijn vrouw Eva komenook in financičele problemen en verkopen in mei 1801 de gehele inboedelva n het huis aan Jacob Abrahams maar "de akte is niet in behoorlijkeorde gepasseerd en dus vervallen". De schulden lopen zodanig op dat de Municipaliteit - indachtig hetverdwijnen van broer Calman - van 12 tot 14 januari 1802 een wachtplaatst voor zijn huis. Op 30 april 1803 verschijnt het stadsgerechtSalomon Levy (waarschijnlijk geen familie) di e verklaard dat Joseph hem 13,10 schuldig is wegens geleverde waar en geleend geld. Het gerechtveroordeeld Joseph tot betaling van het bedrag met de kosten. En op 14september compareert in het gerecht de ontvangst der rečele middelen H.J.ter Hofst eede, die te kennen geeft dat Joseph Levy wegens achterstalligebelasting de somma van zes gulden en vijf stuivers en vier penningenschuldig is. Het gerecht stemt in met openbare verkoping en het huiswordt nog dezelfde dag door H.J. ter Hofsteed e zelf gekocht voor75.00. Hierop verschijnt op 17 september 1802 voor het gerecht P. Knape alsgemachtigde van zijn vrouw A. Menger en schoonzuster C.A. Menger, enverklaard dat Joseph nog 15,- verschuldigd is als resterende rente vande hypotheek van 1793. De zaak dien t op 15 oktober 1802; in het verbaalvan het proces staat letterlijk: "...Hier op erscheenen Joseph Levy zeggende dat hij heeden veertiendagen aan juffr. C.A. Menger geoffereerd heeft nadat voor af mondelinghad voorgedraagen dat het huis en het hof zo door zijne broeder CalmanLevy eenige jaaren is bewoond geweest , en hij Compt het zelve voormaalsvan Hend van Ommen had aangekogd....". Op 4 februari 1803 wordt uitspraak gedaan, waarbij van de dames Mengerwordt verlangd dat zij hun eis onder eede bevestigen; weigeren zij dit,dan vervalt hun eis. De afloop is niet bekend. Tenslotte verklaart ArendBroker op 9 november 1802 voor he t gerecht dat hij het huis in mei 1802van Joseph Levi zou hebben gekocht maar nog niet had aanvaard, waarnaTer Hofsteede het buiten zijn weten om had gekocht. Hij vraagtschadeloosstelling van Ter Hofsteede. Hoe dit afliep is ook niet bekend. Joseph Levy komt voor op het register der rečele middelen van de stadGoor over het jaar 1796 tot en met mei 1801; op de lijst van 1802 komthij niet meer voor, wat met het voorgaande overeen stemt. Bestaan te Elburg. Joseph neemt op 18 januari 1813 te Elburg de familienaam De Lange aan;de reden voor de keuze van deze naam is niet bekend. In het registerstaat achter nummer 9: Joseph Levi zoon van Barend Levi en BerendinaMeier, geboren te Eenhuisen op 27 apri l 1762, geslachtsnaam De Lange.Hij ondertekent in het Hebreeuws. Het jaar 1762 als geboortejaar komtniet overeen met de datum in andere documenten. Uiteraard neemt Josephdeel aan het openbare leven. Er is al enkele jaren strijd over debenoeming va n een voorzanger en schoolmeester; zijn zwager Joseph Beemverzette zich daartegen. Uiteindelijk wordt J.L. Roebens op 4 mei 1820aan het Opperconsistorie voorgedragen. De gehele gemeente (op 3 personenna) tekent, Joseph de Lange en zijn zoon Beren d de Lange voorop. Op 23maart 1830 wordt de "omslaglijst", juncto begroting over 1830, van deringsynagoge te Elburg aan het Opperconsistorie aangeboden. Men kan erenigermate het inkomen aan afleiden. Moses Joseph van Hamburg en deweduwe van Manue l Wolff worden aangeslagen voor 49,30, Levie Rubens enEzechičel Beem voor 6,50; de familie De Lange bevindt zich in demiddenmoot; Joseph de Lange 10,90, zoon Ezechičel de Lange 18,30 eneen zoon van J. de Lange (Hartog) 7,50. Op de begrotin g over 1831komen vader Joseph en zoons Berent en Ezechičel voor met 10,40 en zoonHartog met 2,60. Voor 1833 is de begroting weergegeven per week;Joseph betaalt 0,20, Barend 0,36 Ezechičel 0,30 en Hartog komt nietvoor. In 1838 moeten Barend Ez echičel en Hartog 7, 80 betalen, Josephen dochter Klara 5,20. Het komt er op neer dat Joseph vanaf 1830 tochiets beter bij kas moet zijn geweest, dat in tegenstelling tot 1813 toenhij " zeer minvermogend werd genoemd. Middelen van bestaan. Op een opgave van de Isračelitische gezinnen te Elburg van 27 juli 1813komt voor als nummer 17: Joseph de Lange/bijna zonder handel, zeerminvermogend/kinderen Barend 14, Ezechičel 12, Barendina 10, Klara 5,Hartog 2. In het Registre civique van aug ustus 1811 komt hij voor als"Levi Joseph/marchand/15 mei 1764". In de opgave van Isračelitischegezinnen van 1813 is vermeld Joseph de Lange, bij zonder handel, zeerminvermogend. In het Register van Patentschuldigen komt hij onder denaam Josep h de lange meermalen voor; 1817 als inlandsche kramer zijne waren aan de huizen aanbiedende; 1820: inlandsche kramer; 1827 inlandsche kramer zijne waren rondlopende en de kermis frequenteerende, later: inlandsche kramer zonder marsch; 1828: inlandsche kramer waren rondlopende en de kermis frequenteerende, waren van de 2de soort; 1829: inlandsche kramer met een pak; later inlandsche kramer zondermarsch; datum niet bekend (1834?) huidenverkopersknecht. |