A NIJKERKS CIRCUMCISION REGISTER 1809-1938


Introduction:
In the attached list the reader will find about five hundred and ninety circumcisions which were performed by four successive generations of Nihom mohalim.
My cousin, Mrs. M. Koeningsberger-Nihom,of Haifa, the daughter of my uncle, the last mohel B.Nihom, gave me the circumcision register.
Mr. Samuel Dvir (Dasberg) of Ashdod, a member of the Dutch Circle for Jewish Genealogy, translated the sometimes rather difficult to decipher Hebrew into Dutch.
I am very grateful for his devoted work.
My fellow-townsman, Danny Springer gave indispensable assistance, correcting and printing the data.
If, however, mistakes or omissions are still found, you are kindly requested to contact the undersigned.
Had the war not cut off the continuity in Jewish history, the line of the four mohalim would have been continued into future generations of Nihom.
The reader should also consider the publication of this list as a contribution to the preservation of the memory and posterity of the perished mohalim who have not been able to perform their holy task.

May their memory be blessed.

M.S.R. Nihom
Stevinstraat 241
2587 EH ‘s Gravenhage
Tel/Fax number. +31 (0)70-3554295




NIJKERK
In het begin van de 17de eeuw vestigden de eerste joodse families zich in Nijkerk. Zij kochten land aan in de omgeving en hielden zich bezig met de tabaksteelt. De joodse gemeenschap van Nijkerk was rond 1650 al zo groot, dat er een begraafplaats op Hoogstraten gekocht werd. De huidige Nieuwstraat heette in die tijd de "Jodenbreestraat". In de tweede helft van de 17de eeuw verlieten vele joodse tabakstelers de plaats, maar in het eerste decennium van de 18de eeuw kreeg de joodse gemeenschap een nieuwe impuls door de komst van een belangrijke joodse familie van Italiaanse afkomst. De vestiging van deze familie in Nijkerk was zowel voor de ontwikkeling van de plaatselijke tabaksindustrie als voor de groei van de joodse gemeenschap een belangrijke stimulans. De synagogediensten, die aanvankelijk in het "Huijs met de Bijenkorf "aan de Koetsendijk plaats vonden en na 1728 in een andere privé-woning, werden gehouden volgens de Sefardische ritus. De Nijkerkse joodse gemeente was de enige Italiaans-joodse gemeenschap in Nederland. Prentbriefkaart van Nieuwstraat of 'Jodenbreestraat' in Nijkerk, ca. 1903 In het begin van de 18de eeuw kwamen er ook Hoogduitse joden naar Nijkerk. Zij waren behalve in de tabaksteelt en handel ook werkzaam in de vleeshouwerij. De eerste jaren voegden ze zich bij de reeds bestaande Italiaanse gemeente, maar toen hun aantal toenam organiseerden ze aparte synagogediensten in een privé-woning. In 1761 dienen de Hoogduitse joden een verzoek in om een synagoge te mogen bouwen. Hoewel het verzoek ingewilligd werd, ging de nieuwbouw niet door. In plaats daarvan werd de zolder van een pakhuis aan de Singel verbouwd en tot 1801 als synagoge gebruikt. De statuten van de Hoogduitse joodse gemeente van Nijkerk dateren van 1778. De begraafplaats "de Korte Dood" aan de Oude Amersfoortseweg tussen Nijkerk en Nijkerkerveen werd twee jaar later aangekocht. Op Hoogstraten werd vlak bij de oude begraafplaats uit rond 1650 een tweede dodenakker ingericht. In 1801 werd aan de Singel de nieuwe synagoge van de Hoogduitse gemeente plechtig ingewijd. De Hoogduitse gemeente bleef groeien, terwijl tegelijker tijd de Italiaanse gemeente in omvang afnam. Dit is voor het Opperconsistorie aanleiding geweest om aan te dringen op een fusie die, na aanvankelijk verzet van Italiaanse zijde, in 1808 een feit wordt. Toch kwam er pas omstreeks 1844 een einde aan de synagogediensten volgens de Italiaanse ritus. De nog uit Italië meegebrachte Tora-rol werd overgedragen aan de Hoogduitse gemeente en de Italiaanse synagoge werd in gebruik genomen als school en vergaderzaal. Aanvankelijk had het joodse onderwijs plaatsgevonden in het huis van de godsdienstonderwijzer; in 1848 werd een joodse school opgericht, waar twee jaar later ook niet-joodse vakken ingevoerd werden. Later verhuisde de school naar de Kloosterstraat. In de loop van de negentiende eeuw kreeg Nijkerk naam als centrum van Tora- en Talmoedstudie. Deze traditie werd voortgezet tot in de 20ste eeuw. Naast een kerkenraad, een kerkbestuur en een penningmeester voor het Heilige Land waren er in Nijkerk diverse genootschappen actief, die zich bezighielden met studie, het verzorgen van begrafenissen en het onderhoud van de synagoge. Ook was er een vrouwengenootschap en een leenfonds voor detailhandelaars. In 1895 werd de Israëlitische Hulpkas te Nijkerk opgericht en in 1936 vormde zich nog een ontspannings- en gezelligheidsvereniging. In het begin van de 20ste eeuw liep het aantal gemeenteleden terug. Toch werd de synagoge in 1926 ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan nog gerestaureerd. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog woonden er nog enkele tientallen joden in Nijkerk. In de winter van 1940-41 werd het gebruik van de synagoge gestaakt na een inval door Duitse militairen. Later werd het gebouw zwaar beschadigd door een granaatinslag. De joodse gemeenschap hield zoveel en zolang mogelijk haar diensten in de school aan de Kloosterstraat. In april 1943 werden alle Nijkerkse joden overgebracht naar het kamp Vught en vandaar gedeporteerd naar het oosten. Slechts enkelen hadden tevoren weten onder te duiken en hebben aldus de oorlog overleefd. Van de gedeporteerden keerde vrijwel niemand terug. Na de oorlog is het joodse leven niet hervat. De resten van de synagoge zijn in 1954 verkocht en later verbouwd tot bedrijfsruimte. In 1962 is de joodse gemeente Nijkerk officieel opgeheven en bij die van Amersfoort gevoegd. In dat jaar zijn ook de beide joodse begraafplaatsen op Hoogstraten geruimd. De begraafplaats aan de Oude Amerfoortseweg wordt tegenwoordig onderhouden door de burgerlijke gemeente.
Aantal joden in Nijkerk en omgeving:
JaarJoodse inwoners
1809239
1840206
1869129
1899149
1930114

Source:
website van het Joods Historisch Museum