Family Tree Collection | Main index A-Z | Total index | Names | Sources | Index places | Tal |
Family Page |
Tobias Tal, birth 16 Jun 1847 Amsterdam, Batavierstraat 11, died 23 Oct 1898 Den Haag, occupation: Rabbijn te Asd, Opperrabbijn te 's-Gravenhage, Source , son of Zadok Tobias Tal and Roosje Salomon Rubens Getuige bij: Salomon Tal 3004 Getrouwd 20-05-1897 Amsterdam Getuige bij: Carolina Tal 2960 Getrouwd 18-12-1889 Amsterdam Getuige bij: Esperance Tal 3217 Getrouwd 21-07-1880 Amsterdam Married 29 Aug 1876 Karlsruhe, Dld to: Karoline Wormser, birth 14 Jun 1852 Carlsruhe, Dld, died 11 Feb 1931 Utrecht, Source , Source Huwelijk ingeschreven bij de Nederlandse consul te Mannheim op 1 nov. 1876 en bij de Burgerlijke stand van Amsterdam op 6 dec. 1876 |
1) Betty Tal, birth 30 Sep 1877 Amsterdam, died 18 Mar 1920 Utrecht, Source Bevolkingsregister, Source Bevolkingsregister
to:
Samuel Franzie Berenstein, birth 15 May 1877 Rotterdam, died 5 Nov 1918 Den Haag, Source Stamboom Tal, Source , Source Burgerlijke stand - Overlijden |
2) Rosette Tal, birth 11 Sep 1878 Amsterdam, died 8 Dec 1878 Amsterdam, Bev. reg. 1878, 206/43, Source Bevolkingsregister, Source Bevolkingsregister, Source |
3) Justus Tal, birth 10 Dec 1881 Arnhem, Apeldoornschestraat, died 9 Dec 1954 Amsterdam, occupation: Opperrabbijn van Utrecht, Drenthe en Amsterdam, Source Archiefbank, Source Burgerlijke stand - Geboorten, Source Archiefbank, Source Archiefbank, Source Burgerlijke stand - Geboorten, Source Biografisch Woordenboek voor Nederland Getuigen bij aangifte van geboorte waren: Abraham Jacob Levie, 51 jaar, koster en Gerrit van den Berg, 36 jaar, gemeentebode. Tal, Justus, opperrabbijn (Arnhem 10-12-1881 - Amsterdam 9-12-1954). Zoon van Tobias Tal, opperrabbijn, en Carolina Wormser. Gehuwd op 23-11-1917 met Angela Abrahams. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren. afbeelding van Tal, Justus Twee mensen waren van grote invloed op leven en denken van Justus Tal: zijn vader, Tobias Tal, opperrabbijn van Gelderland en later van Den Haag, en Joseph Hirsch Dčunner, de rector van het Nederlandsch-Isračelietisch Seminarium in Amsterdam. Ta l senior zal hem ongetwijfeld hebben gestimuleerd in zijn joods-religieuze interesses. De zoon uitte later zijn bewondering en dankbaarheid door verschillende werken van zijn vader uit te geven of van een inleiding te voorzien. Het was echter me t name Dčunner - overigens ook de leermeester van Tobias Tal - die de jonge student vormde in de joodse orthodoxie zoals de rector die aan het einde van de 19e eeuw gestalte had gegeven. Justus Tal zou de laatste leerling zijn die zijn opleidin g geheel onder leiding van Dčunner zou volgen. Met zijn vader als voorbeeld en Dčunner als leermeester zou Tal zich ontwikkelen tot een der felste verdedigers van de traditioneel-joodse religie en tot pleitbezorger van meer begrip voor het joods e volk in christelijke kringen. Op 21 januari 1909 legde Tal met goed gevolg het kandidaatsexamen af in de klassieke taal-en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Bijna drie jaar later, op 26 december 1911, verkreeg hij de morÔe-titel, die hem het recht gaf een opperrab binaat te bekleden. Na zijn studie gaf hij sinds 1915 enige jaren in tijdelijke dienst les in de klassieke talen aan het gemeentelijk gymnasium, voor hij op 6 januari 1918 tot opperrabbijn van het ressort Utrecht werd aangesteld. Het jaar daarna , op 13 januari 1919, werd hij tevens als opperrabbijn van Drenthe gečinstalleerd. Deze laatste functie zou hij bekleden tot 24 november 1935. Tal diende zijn idealen vooral met de pen. Zo was hij hoofdredacteur van De Joodsche Kroniek , waarvan slechts ÔeÔen jaargang, 1912, verscheen, en redacteur van De Vrijdagavond , waar hij na ruim een jaar, in 1925, de laan werd uitgestuurd, omda t hij zich te weinig aantrok van de smaak van het lezerspubliek. Verder schreef Tal talloze boeken en brochures, met als doel de joden nauwer bij hun volk en religie te betrekken, en de niet-joden over het jodendom te informeren. Zo wilde hij voor oordelen wegnemen en antisemitisme bestrijden. Scherp waren zijn aanvallen op het reform-jodendom, dat in de jaren dertig uit de Verenigde Staten kwam overwaaien. Even fel verzette Tal zich tegen het zionisme, een richting waarin hij Dčunners eige n keuze ten gunste van het zionisme niet volgde, daarin overigens geen uitzondering vormend op het antizionisme onder de meeste leerlingen van Dčunner. Curieus is dan ook Tals inleiding op het Hebreeuwsch leerboek voor school en zelfonderricht ui t 1919. Hij stelt hierin onder andere dat het gemis aan een goede vertaalmethode vooral in zionistische kring werd gevoeld. Ook wilde hij aandacht besteden aan het moderne Hebreeuws, al kwam dit, zijns inziens, op de tweede plaats, omdat het voora l de taal van de zionisten was. Ook na de Tweede Wereldoorlog, toen het zionisme in brede lagen van joods Nederland was geaccepteerd, bleef Tal zich onverminderd verzetten tegen de joodse vestiging in Palestina, omdat deze niet strookte met zij n religieuze opvattingen. Van zijn pogingen om vooroordelen tegen joden te bestrijden, is vooral Tals in 1921 gepubliceerde Open brief aan prof. G.J.P.J. Bolland. Hoogleraar te Leiden bekend geworden. Bolland, hoogleraar in de bespiegelende wijsbegeerte, had in dat jaa r in een academische les, getiteld De teekenen des tijds , de ondergang van de westerse beschaving aangekondigd. Een van de bewerkers van deze ondergang was volgens Bolland het 'internationale Jodendom'. Tal bestreed in zijn Open brief de antisemi tische aantijgingen en bewees bovendien dat Bolland zijn beweringen klakkeloos had overgenomen van de antisemitische schrijvers Theodor Fritsch en August Rohling. Tal overleefde als een van de weinige joods-religieuze leiders de Duitse bezetting door bij de Amsterdamse hoogleraar semitische talen Cornelis van Gelderen onder te duiken. Nog in de oorlog was Tal toegetreden tot het opperrabbinaat van Amsterdam , omdat het grootste deel van zijn Utrechtse geloofsgenoten naar de hoofdstad was gedeporteerd. Op 9 mei 1945 sprak hij in de Portugese synagoge aldaar de joden toe die aan de Duitse vervolgingen hadden kunnen ontsnappen. In 1951 werd Tal tot oppe rrabbijn van Amsterdam benoemd, een functie die hij tot dan toe had waargenomen. Tot zijn dood was hij tevens voorzitter van het opperrabbinaat van Nederland. Als laatste vooroorlogse opperrabbijn en laatste leerling van de grote Dčunner was Ta l een algemeen erkende autoriteit en een dominerende figuur in het Nederlands jodendom na de Tweede Wereldoorlog. P: Behalve de in de tekst genoemde publikaties: Jood en Jodendom in Christen-omgeving (Rotterdam, 1917); Het 'innerlijk beleven' in het Jodendom (Amsterdam [1920]); Misjno. Traktaat Berogous. Met Bertinoro's verklaring en met Nederlandsche vertali ng van beide en noten (Amsterdam, 1927); Chewro-voordrachten (korte inhoud) gehouden in de Chewras Misjne Tora - te Utrecht - in den winter van 5689 (1928-'29) (Utrecht, 1930); Import-Onjodendom. De Joodsche reformbeweging in Den Haag (Rotterdam , 1931); Voor ons ons Jodendom en niet het Christendom [Amsterdam, 1945]; Chanoeka. Onbegrijpelijke dingen (Amsterdam, 1947); De dag van het opstaan uit den dood (Amsterdam [1948]); Handleiding voor de Tahara (Utrecht [1959]). L: 'Justus Tal', in Bij den honderdsten geboortedag van dr. J.H. Dčunner [Amsterdam, 1933] 47; Algemeen Handelsblad , 10-12-1954; I. Dasberg, in Vrij Nederland , 18-12-1954; De Groene Amsterdammer , 1-1-1955; M.H. Gans, Memorboek. Platenatlas va n het leven der joden in Nederland ... (6e, bijgew. dr.; Baarn, 1988). I: M.H. Gans, Memorboek. Platenatlas van het leven der joden in Nederland ... (6e, bijgew. dr.; Baarn, 1988) 493. J. Hagedoorn Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994) Laatst gewijzigd op 27-11-2008 © ING - Den Haag. to: Angela Abrahams, birth 4 Dec 1882 Den Haag, Source Burgerlijke stand - Huwelijken, Source Archiefbank |
4) Hanna Tal, birth 12 Aug 1883 Arnhem, Apeldoornschestraat, died 30 Sep 1883 Arnhem, Source Burgerlijke stand - Geboorten, Source Stamboom Tal, Source , Source Burgerlijke stand - Geboorten Getuigen bij aangifte van geboorte waren: Abraham Jacob Levie en Gerrit Versteeg |
5) Baruch Chaim Tal, birth 13 Feb 1886 Arnhem, died 14 Jan 1928, Source Stamboom Tal, Source Stamboom Tal, Source Stamboom Tal Getuige bij: Angela Abrahams 3183 Getrouwd 23-11-1917 Den Haag to: Sophia Debora de Jongh, birth 27 Oct 1888 Den Haag, died 23 Mar 1983 Amsterdam, Source Stamboom Tal, Source Burgerlijke stand - Huwelijken, Source Archiefbank, Source Archiefbank Ze kwam 1 aug. 1933 vanuit Den Haag naar Amsterdam en vestigde zich van Breestraat 172 hs. 14 sept. 1943 woont ze Laings Nekstr. 41'. 15 dec 1943 Westerbork, 4 sept. 1944 Buitenland, 6 nov. 1945 Asd, Weteringschans 98', 4 jan 1946 J. Vermeerstraa t 41 hs en op 23 aug. 1951 Koninginneweg 24. |
6) Salomon Tal, birth 21 May 1890 Arnhem, died 15 Oct 1959, occupation: Nederlands Handelscorrespondent, Source Stamboom Tal, Source Stamboom Tal, Source Stamboom Tal, Source Bevolkingsregister, Source Bevolkingsregister Werd 19 mei 1920 in Den Haag ingeschreven komende uit Jaffa, Palestina, 19 aug. 1921 uitgeschreven naar Arnhem, Apeldoornscheweg 45. 22 mei 1923 wederom in Den Haag ingeschreven, Willem de Zwijgerlaan 134 komende uit Antwerpen en wordt op 3 jul i 1923 weer naar Antwerpen uitgeschreven. to: Sara Palavsky, birth 8 May 1895, died 25 Oct 1975, Source Geni, Source Stamboom Tal, Source Stamboom Tal |