Family Tree Collection | Main index A-Z | Total index | Names | Index places | Pool |
Family page |
Eliazer Hartog VAN DE KAR, occupation: marktman, diamantslijper, diamantwerker
Married 22 Aug 1907 Amsterdam, "Plancius" to: Eva DRUKKER |
1) Roosje Eliazer VAN DE KAR, birth 22 Aug 1884 Amsterdam, died 19 Nov 1943 Auschwitz, death cause: gedeporteerd «i»Aangifte van de geboorte werd gedaan door: Hartog van de Kar, koopman, 59 jaar, Mozes Drukker, koopman, 54 jaar. De akte werd wegens de Sabbath niet getekend. Roosje woonde voor haar huwelijk in de Nieuwe Amstelstraat 31. Aangifte van haar overlijden werd gedaan op 14 september 1951. Zij was gesperrt (uitgesloten van deportatie) vanwege de functie van haar echtgenoot. Vanaf 21 maart 1943 was zij zelf werkzaam bij een Joodsche Raad-afdeling: 'Afd. Hulp aan Vertrekkenden'. Op 28 oktober 1943 werd zij binnengebracht in Judendurchgangslager Westerbork, waar zij net als haar echtgenoot werd ondergebracht in strafbarak 67. Volgens de gegevens van het Rode Kruis is Roosje op 16 november 1943 op transport gesteld naar Konzentrationslager Auschwitz, waar zij op 19 november 1943 werd vermoord.«/i» Married 22 Aug 1907 Amsterdam, @NF85@ to: Hartog Mozes POOL, birth 25 Jan 1878 Amsterdam, died 19 Nov 1943 Auschwitz, death cause: Gedeporteerd, occupation: diamantslijper, son of Mozes Simon POOL and Leentje DE VRIES Geboren om 00.30. «i»Aangifte werd gedaan door Mozes Simon POOL (vader), sigarenmaker, 36 jaar, Simon POOL, koopman, 22 jaar en Levie Simon POOL, diamantslijper, 28 jaar. De akte werd vanwege de Sabbath niet getekend door de aangevers. Aangifte van overlijden werd gedaan op 28 septemder 1951. Hartog woonde voor zijn huwelijk op de Nieuwe Prinsengracht 88. Op 1 december 1922 kreeg hij een legitimatiebewijs om op de markt te staan. Hij kreeg de standplaats "Over het IJ" toegewezen en verkocht daar bijouterieen en wol. Tot hun deportatie woonden Hartog en Roosje in de Smaragdstraat 22, huis. Huisgenote was de weduwe Branca Zeldenrust-Roos, geboren te Amsterdam op 27 december 1872 en vermoord te Auschwitz op 12 februari 1943. Op de eerste etage woonde de familie Cassoetto; op de tweede etage Hester Zeldenrust, geboren te Amsterdam op 24 april 1907, vermoord te Sobibor op 9 april 1943. Vanwege zijn functie bij de "Administratie brooddistributie" van de Joodsche Raad was hij tijdelijk 'gesperrt' (uitgesloten van deportatie). Op 28 oktober 1943 werd Hartog binnengebracht in het Judendurchgangslager Westerbork. Hij werd ondergebracht in strafbarak 67, waaruit valt af te leiden dat hij één van de anti-joodse regels had overtreden (in de meeste gevallen betekende het dat iemand als onderduiker was gearresteerd). Op 16 november 1943 werd hij op tranport gesteld naar Konzentrationslager Auschwitz. Daar werd hij onmiddelijk na aankomst, op 19 november 1943, omgebracht.«/i» |