Family Tree CollectionMain index A-Z Total index Names Index placesFrankfort (version #10)

Family page
SAMUEL JUDA HIRSCH, birth 22 Oct 1872 AMSTERDAM, died 11 Aug 1941 ZWOLLE, buried 13 Aug 1941 BERKUM, Joodse begraafplaats Kuyerslaan-zie pag.35 & 36 in de bron.

Uit het NIW van 18 May 1962-pag.6 nog aangehaald:-

".....een man die voor zichzelf weinig nodig had en een groot gedeelte
van zijn inkomen weggaf aan behoeftigen en doortrekkenden.....

......

Zijn begrafenis vond met de volle eerbied onder politie-escorte plaats...
Naar de begraafplaats werd een extra trein ingelegd....."
, occupation: RABBIJN, SEE GENERAL NOTES
ZIE TEKST
Zoon van Simon Azaria HIRSCH, geb.27-01-1841 te Amsterdam, ovl. 25-11-1916 te
Amsterdam.
Rabbi bij Beth HaMidrash te Amsterdam.
Huwde op 26-03-1868 te Amsterdam:-
Ganna SPITZ, geb. 29-06-1845 te Amsterdam, ovl. 15-07-1888 te Amsterdam.
Voor ouders en voorouders van beiden-zie bron.
Voor afstamming teruggaand tot Frankfurt in de 18e eeuw zie de SOUGET
genealogie op de DUTCH JEWISH GENEALOGICAL DATA BASE van
het Centrum voor Onderzoek van de Geschiedenis der Nederlandse Joden
(Hebrew University)-Jeruzalem
Een uitgebreide beschrijving van zijn leven en werken is te
vinden in:-
"De Emancipatie van de Joden in Overijssel 179-1940"
(De rol van de Overijsselse opperrabbijnen Hertzveld,
Fraenkel & Hirsch)
Proefschrift van de hand van Tet Erdtscieck-Rijksuniversi-
teit Groningen(1995).
NIW-3-04 Juli 1902:-

"INSTALLATIE OPPERRABBIJN van OVERIJSSEL te ZWOLLE
op 13 Juli a.s.Dames en Heren, die wenschen deel te nemen aan het officieel
feestelijk Diner a f3.75 incl. 1/2 fl.wijn per .....,couvert".
Biografie van Hirsch, Samuel Juda


HIRSCH, Samuel Juda (1872-1941)

Hirsch, Samuel Juda , opperrabbijn (Amsterdam 22-10- 1872 - Zwolle 11-8- 1941 ). Zoon van Simon Azarja Hirsch, koopman, en Ganna Spitz.
Gehuwd op 4-11-1902 met Betty Wormser. Uit dit huwelijk werden, behalve 2 zoons die jong overleden, 3 zoons en 7 dochters geboren.
Hirsch stamde uit een orthodox-joods milieu, werd al op jeugdige leeftijd door zijn vader voor een rabbinale loopbaan bestemd en aanvankelijk
door hem onderwezen in de joodse leer en wetenschappen. Hij bezocht te Amsterdam achtereenvolgens de bijzondere (joodse) lagere school
van rabbi J. Polenaar en het door J.H. Dunner geleide Nederlandsch Isračelietisch Seminarium, een orthodox-religieus gymnasium dat rabbijnen
en godsdienstonderwijzers opleidde. Een verplicht kandidaatsexamen in de klassieke letteren legde hij op 30 april 1895 aan de Universiteit van
Amsterdam af. Hij sloot zijn studie in 1900 af met het behalen van de morÔetitel (de hoogst bereikbare graad, die het recht gaf om een rabbinale
functie te mogen uitoefenen). Sinds 1893 was hij voorganger bij de genootschappen Beis Hamidrasj en Talmud Thora te Amsterdam.
Hirsch was een goed en boeiend spreker, en na een spreekbeurt in Zwolle in 1902 benoemde de ressortale vergadering hem met algemene stemmen
tot opperrabbijn in het al twintig jaar herderloze ressort Overijssel. Bij zijn installatie in de Zwolse synagoge zette hij zijn, duidelijk door
opvoeding en onderwijs gevormde, programma uiteen. Na de constatering dat het ware joodse leven bedreigd werd door onvrede,
materialisme, verregaande assimilatie, afwijking van de religieuze geboden en gebrek aan joodse kennis en joods onderwijs, pleitte hij voor
herstel van het traditionele jodendom, waarvan Thora en traditie de basis en de toetssteen moesten zijn. Hirsch nam zich voor, deze beginselen
in zijn ressort zonder concessies te herstellen en te verdedigen.
Enkele voorbeelden van de uitvoering van dit programma zijn de stichting door Hirsch van twee Zwolse Thorastudie- en
onderwijsgenootschappen en het op zijn eis aanbrengen van het traditionele hek voor de vrouwengalerij in de Zwolse synagoge. Ook de
belangstelling voor de geschiedenis van zijn volk, volgens hem een gids voor de wereld door zijn zedelijkheid en vervulling van de religieuze
wetten, stond in nauw verband met zijn ideečen. De stichting, onder zijn leiding, van de Nederlandse afdeling van Agoedas Jisroeil na de Eerste
Wereldoorlog hing eveneens direct samen met zijn idealen. Hirsch was tot zijn dood voorzitter van deze afdeling van de wereldbond van
wetsgetrouwe joden, die de Thora in het centrum van het joodse leven plaatste en zich afzette tegen zionisme, materialisme en assimilatie. Deze
functie maakte hem tot een der belangrijkste leiders van het Nederlandse orthodoxe jodendom. Hierdoor en door de behandeling van algemene
joodse vraagstukken verwierf hij nationale en internationale bekendheid. In Nederland nam zijn invloed nog toe door de verschillende
interimaire opperrabbinaten die hij bekleedde en door zijn vele toespraken en artikelen, waarin vaak actuele zaken vanuit Thorateksten
benaderd en beschouwd werden.
Hirsch vervulde bovendien tal van andere functies, vooral op charitatief gebied, zowel binnen als buiten de joodse gemeenschap. Zo was hij
bestuurslid van het Nederlandsch Isračelietisch Seminarium, het Centraal Isračelietisch Weeshuis te Leiden, de S.A. Rudelsheimstichting voor
joodse zwakzinnige kinderen, de vereniging Isračel voor noodlijdende buitenlandse joden, de Zwolse afdeling van Pro Juventute, de vereniging
tot bestrijding van tuberculose en het Nut. Ook persoonlijk poogde hij de geestelijke en materičele nood van zijn medemens te lenigen.
Hirsch mocht het genoegen smaken dat zijn pogingen tot verheffing van het jodendom zoals hij dat in Overijssel nastreefde instemming en steun
vonden. In zijn ressort was hij een geliefd voorman. Door zijn werkkracht, vroomheid, bescheidenheid, liefdadig werk en principičele houding
was hij in vele joodse en niet-joodse kringen een geacht man. Groot was dan ook het aantal aanwezigen dat de viering van zijn 25-jarig
ambtsjubileum in 1927 bijwoonde. Naar aanleiding van dit feit gaf het genootschap Eits Chajim van hem Een drietal gelegenheidsredenen
(Amsterdam, 1927) uit. De ontwikkelingen in Duitsland in het begin van de jaren '30 verontrustten hem. Vanaf 1933 was hij betrokken bij de
steun aan Duits-joodse vluchtelingen. De grote vervolgingen van 1938 beschouwde hij als een straf voor heel het lotsverbonden Isračel,
wegens afvalligheid van de geboden en sabbatsontwijding. De verschrikkingen dienden volgens hem om de mens tot inkeer te brengen. Een
dergelijke uitspraak had hij ook na afloop van de Eerste Wereldoorlog gedaan. Isračel zou zich echter, omdat het Gods volk is, herstellen, zo
meende hij.
Hirsch stierf een natuurlijke dood en werd twee dagen later onder grote belangstelling op de joodse begraafplaats te Zwolle begraven.
P: Behalve de bovengenoemde prekenuitgave: redevoeringen en artikelen in het Nieuw Isračelietisch Weekblad, Agoedas Jisroeil, De
Vrijdagavond en Onze Bond. Verder: 'Een blik in de wordingsgeschiedenis der oude Synagoge te Zwolle', in Orde van synagogedienst ter
gelegenheid der viering van het vijfentwintigjarig bestaan der synagoge te Zwolle (Amsterdam, 1924) I-VI.
L: B.J. Hirsch, 'De jeugdjaren van opperrabbijn Hirsch. Bij zijn zilveren jubileum', in De Vrijdagavond 4 (1927) 15 (8 juli) 228-231; 'Samuel Juda
Hirsch', in Centraal Blad voor Isračelieten in Nederland 48 (1932) 20 (15 juli) 6-15; 'Hirsch, Samuel Juda', in Persoonlijkheden in het
Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (Amsterdam, 1938) 663; Hespeidiem gehouden ter nagedachtenis van den Wel Eerw. Zeergel.
Heer Samuel Juda Hirsch, Opperrabbijn van Overijsel overleden te Zwolle 18 Menachem 5701/ 11 Augustus 1941 (gestencilde uitg. in
Bibliotheca Rosenthaliana te Amsterdam); Jaap Hagedoorn, 'Trouwe herder van Overijssel. Samuel Juda Hirsch (1972-1941), opperrabbijn', in
Fragmenten. Joods leven in Zwolle en omgeving. J. van Gelderen (red.) (Kampen, 1985).
J. Hagedoorn

Opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)
Siblings:-

Esther-geb.25-06-1869
Sara-geb.13-02-1871
[Samuel Juda]
Rebecca-geb.11-05-1874
Rachel-geb.06-03-1876
Lea-geb.01-04-1877
Mirjam-geb.01-10-1878
Benzion Joachim-geb.19-02-1880
Joseph-geb.23-02-1881
Debora-geb.11-07-1882
Izak Abraham-geb.17-07-1883
Saul-geb.09-12-1884
Eliahu Jesaia-geb.19-10-1886
Ganna-geb.15-07-1888
In Zwolle is naar hem- de laatste opperrabbijn van Overijssel-een straat genoemd-
de Samuel Hirschstraat leidend naar de synagoge.
Uit het NIW van 18 May 1962-pag.6 nog aangehaald:-

".....een man die voor zichzelf weinig nodig had en een groot gedeelte
van zijn inkomen weggaf aan behoeftigen en doortrekkenden.....

......

Zijn begrafenis vond met de volle eerbied onder politie-escorte plaats...
Naar de begraafplaats werd een extra trein ingelegd....."
Place (family): ZWOLLE, Bloendalstraat 3
Married 12 Aug 1902 ZWOLLE to:
BETTY WORMSER, birth 06 Jan 1877 KARLSRUHE, died 23 Jul 1943 SOBIBOR, Holocaust Victim
1) GANNA HIRSCH, birth 11 Nov 1903 ZWOLLE, died 23 Jul 1943 SOBIBOR, HOLOCAUST VICTIM
Siblings:-

[Ganna]
Raphael-geb.28-01-1905
Simon Azaria-geb.20-08-1906
Ella
Lea-geb.07-11-1910
Esther-geb.29-01-1912
Bentsion Baruch-geb.27-03-1913
Frederik Jacob
Helena-geb.21-02-1916
Jenny-geb.17-08-1917
Rebecca Rosa-geb.10-11-1919
to:
IZAK VREDENBURG, birth 16 Nov 1904 AMSTERDAM, died 23 Jul 1943 SOBIBOR, HOLOCAUST VICTIM, occupation: RABBIJN, son of JOEL JOSEPH VREDENBURG and ESTHER BAMBERGER
Main index A-Z