Family Tree Collection | Main index A-Z | Total index | Names | Index places | Deventer v. 1.2 |
Family page |
Philip Liepman Prins, birth 1802, died 29 Aug 1869 Arnhem, occupation: Koopman, son of Liepman Isaac Prins and Diena Raphael Heijmans
Married 16 Aug 1833 Amersfoort to: Mietje Schaap, alias: Mietje Benjamin Schaap, daughter of Benjamin Levi Schaap and Rebecca Heimans |
1) Liepman Prins, birth ONG 1835 Arnhem, occupation: Koopman
Married 16 OKT 1856 Amsterdam to: Henriette Jacobson, birth ONG 1836 Amsterdam, daughter of Jacob Meijer Levien Jacobson and Sara Abraham Jacobson |
2) Louis Prins, birth 15 Feb 1838 Arnhem, occupation: Winkelier
Married 27 Feb 1861 Den Haag to: Elisabeth Prins, birth 12 Apr 1840 Arnhem, daughter of Isaac Liepman Prins and Henriette Rosen |
3) Isaac Prins, birth 14 Apr 1839 Arnhem, died 3 Jan 1840 |
4) Maurits Prins, alias: Mauritz Prins, birth 4 Nov 1840 Arnhem, died 1898 Dinxperlo, occupation: Spoorbeamte, tapijtfabrikant De vader van Maurits Prins dreef in Arnhem al een fabriek die door 3 zonen werd voortgezet in Arnhem, Amsterdam en Deventer . Maurits kwam als 13-jarige naar Deventer waar hij bij zijn vader een baan kreeg in diens tapijtfabriek. Maurits Prins had een tapijtwinkel op de Brink (nu 80) waar in de jaren '30 ook de showroom van de textielgroothandel Meijer Adelaar zat (nu le eg pand kinderkleding, links naast Sjampetter). De winkel heeft er vanaf ca. 1870 tot ca. 1912 gestaan. Hij had een tapijtfabriek aan het Pothoofd vanaf 1868. In juli 1868 staat er een advertentie in de Koerier Dat Maurits Prins een Tapijtweeveri j heeft opgerigt in Deventer. In de fabriek werd tapijt, zeildoek, cocosmatten, lopers, buitenlandse gordijnstoffen gemaakt. In het Deventer stadsarchief zijn bouwtekeningen van de fabriek te zien. Deze heeft hij overgenomen van de Wed. L.J. Prins (zie meer bij Liepman Prins). Hij woonde ook aan het Pothoofd. Hij had 88 werknemers. De 'BouclÔe'tapijten zijn voor het eer st in deze fabriek gemaakt. Prins zat in het bestuur van de kamer van Koophandel vanaf 1876. Hij kocht een stuk land in 1880 bij Dinxperlo/Suderwick en liet daar een fabriek bouwen, mede omdat daar van oudsher vele thuis(linnen)wevers te vinden waren. In dat jaar werden de ververij en droogloodsen verplaatst naar Dinxperlo, waar hij oo k naar toe verhuisde in 1882 met zijn gezin. Arbeiders uit Deventer gingen mee om daar te werken en kregen daar woningen. In 1885 is een 2e stoomtapijtfabriek gestart in Deventer; waarschijnlijk op de plek van de vml. Ford-garage op de Zwolseweg , t.o. de Kerkstraat (info Peet). In 1889 kocht hij weer een stuk grond ter uitbreiding. Het 1e jaar werkten er 19 volwassenen en 9 kinderen. In 1895 werd de 2e stoomtapijtfabriek gebouwd en de stoomweverij werd in 1897 uitgebreid. Vanaf 1912 hebb en zijn zonen de zaak overgenomen als vennoten in Deventer in Dinxperlo, de fabriek heette 'N.V. De Deventer Tapijtfabriek, v/h Maurits Prins' In 1916 werkten er 70 volwassenen, 18 jongens en 4 meisjes. In 1926 werkten er 120 personen. Klein e en Lange Mau werden in 1920 vennoten, waarbij Kleine Mau zich bezighield met administratie en Lange Mau met de techniek en commercie. Door de oorlog is het bedrijf aardig uit zijn verband gerukt, pas in 1957 draaide het bedrijf weer op volle toe ren. In januari 1987 viel definitief het doek en werd het bedrijf verkocht aan de Hollandse Tapijtindustrie te Alkmaar. In 1881 schenkt Maurits iets aan de synagoge, waarschijnlijk een afscheidskado omdat hij stopt als voorzitter en verhuisd naar Dinxperlo. Verslag daarover in NIW (zie documentatie). Maurits stuurde ingezonden bericht naar NIW (28-3-1879) waarin hij melding doet van een schenking door een katholiek in Deventer. Hij ziet dit als een teken van vermindering van de godsdiensthaat to andersdenkenden. De familie Prins heeft veel voor het fabriekspersoneel en voor Dinxperlo gedaan. Zo had hij van 1880-1940 sociale voorzieningen voor zijn eigen personeel, zoals ziekenzorg met een eigen verpleegster. In Dinxperlo is een straat naar hem genoemd , de Maurits Prinsstraat en in het gemeentemuseum hangt een gedenkplaat van personeel van de Tapijtfabriek en familie voor de vermoorde firmanten Maurits Philip en Maurits Prins en drie medewerkers die vielen als gevolg van de naziterreur. Maurits was voorzitter van de Joodse Gemeente van 1873 tot 1879 tot zijn verhuizing naar Dinxperlo. Het schijnt dat hij regelmatig afwezig was tijdens vergaderingen en dat daardoor de overige bestuursleden het niet zo erg vonden dat hij vertrok . Opgevolgd door S. Polak. Place (family): Dinxperlo, Pothoofd to: Julie Lipmann, alias: Julia Lipmann, died 14 Nov 1881 Een mevrouw Prins (wrschnl. Julie) heeft op 21-10-1873 samen met een mej. Goudsmit de vrouwenvereniging Hadrasj Koudesj ((vrouwenvereniging ter verfraaiing van de synagoge) opgericht. Maurits zorgde er mede voor dat in Dinxperlo een nieuwe synagoge verrees in 1889. Zijn zoon Benjamin zat in 1913 in het kerkbestuur. Zijn andere zoon Philip zat in 1913 in het schoolbestuur. Benjamin was de motor van het kerkbestuur, maar wer d in 1932 ernstig ziek en opgenomen in het Deventer ziekenhuis. Hij overleed in najaar 1939 en is in Arnhem begraven. Mede door zijn verdwijning had de sjoel het moeilijk om overeind te blijven. Ook was Benjamin gemeenteraadslid van 1920-1929, wa arvan de laatste 2 jr als wethouder. Maurits Philip ("Lange Mau") en Maurits Benjamin ("Kleine Mau") waren niet meer kerkelijk actief. Wel waren zij actief binnen de plaatselijke politiek en verenigingsleven. Maurits Philip werd lid van de gemeenteraad in 1929, waarvan wethoude r en loco-burgemeester van 1933-1940. Maurits Benjamin was voorzitter van Dinxperlo's Belang en bestuurslid van diverse andere verenigingen. In het Joods Historisch Museum waren in de tentoonstelling "Venter, fabriqueur, fabrikant" (1994) stukjes tapijt te zien van Deventer Tapijtfabriek van Maurits Prins. Documentatie: pand Brink, Zwolseweg, briefhoofd 1869 in EHC; foto Pothoofd blz97; advertentie blz 96, vB. Foto Pothoofd blz. 124 in 'Deventer een eeuw geleden', Gerard van Zijl (2004). Over de familie Prins te Dinxperlo: tapijtfabriek wordt genoemd in genoemd : "Van Handelskade tot Pothoofd", Baalen, H.J. van & Oltheten, H.J.M. (2000), p. 95; Blog.seniorennet.be/toekan/archief. Drie overlijdensadvertenties in Joodsch weekblad 18-7-1941. Overlijdensadv. Benj. David in Joodsch Weekblad 18-7-1941. Grafs teen van Lodewijk Prins (no. 247 of 243?) op de joodse begraafplaats te Deventer. Over de familie Prins in Dinxperlo: blz. 155, 156, 160-164, 169-170, "Het oude volk" van Hans Kooger (2001) + foto's Lange Mau (ca. 1915), gezin Prins (1920) + adv . Blz. 161-162. Op joodse begraafplaats Arnhem is liggende herdenkingssteen met namen van de omgekomen Prinsen Over oprichting vrouwenvereniging ter versiering synagoge door mevr. Prins in NIW 24-10-1873: Bericht van schenking door katholiek, teken van vermindering godsdiensthaat to andersdenkenden, met M. Prins, in NIW 28-3-1879 Verslag geschenk door Maurits Prins aan sjoel in NIW 16-12-1881 In NIW 9-4-1897 verslag van terugkeer huwelijksreis B. Prins te Dinxperloo, van Deventer Tapijtfabriek Maurits Prins necrologie bij ovl. Mw. Prins-Lipmann in NIW 18-11-1881 In JHM waren in tentoonstelling "Venter, fabriqueur, fabrikant" stukjes tapijt te zien van Deventer Tapijtfabriek van Maurits Prins, in NIW 29-4-1994 |
5) Rebecca Prins, birth 11 Apr 1842 Arnhem |
6) Dina Prins, alias: Dientje, birth 24 Jan 1845 Arnhem, died 4 Aug 1845 Arnhem |