Family Tree CollectionMain index A-Z Total index Names Index placesAlexander Duparc Collection

Family page
Alexander Shmuel Mozes Duparc, birth 10 Jun 1825 Leeuwarden, died 28 OKT 1875 Frankfurt am Main, buried Frankfurt am Main, occupation: Makelaar Effecten, son of Mozes Izaks Duparc and Clara Hessels Drielsma
Volgens Wie Was Wie geboren op 13 juni 1825;
Rat-Beil-Strasse (Including Religionsfriedhof): 73,831 sqm Used: 1828-1929: However there were occassional burials there after that date until 1993. Often refered to as the "old cemetery". Rat-Beil-Strasse is next to the municipal cemetery; 7383 1 sqm; ca.30-40,000 graves; used 1828-1929. (From 1886, R. Samson Raphael Hirsch's congregation "Israelitische Religions- gesellschaft" had a separate burial field in the center of the cemetery.) (Sometimes refered to as orthodox.) Here "orthodox " refers strictly to those persons buried in the separate section of the Israelitische Religionsgesellschaft founded by Rabbi Samson Raphael Hirsch. The orthodox (or Tora-Tue) people of the general Jewish community (Kehilla) were called "conservat ive", which has no resemblance in any way to the definition of "conservative" as it is used here in the USA. Source: Arthur Levi, 435 Porter Lake Drive, Longmeadow MA 01106, Phone: 413-781-2089, Fax: 413-781-2090 Email: a72levi@map.com <mailto:a72 levi@map.com>
Documentation of this cemetery is now being worked on by the Jewish Museum. In addition there is a plan/layout of the Orthodox cemetery in Mr. Horowitz's office with the last names of those buried filling in the rectangles. To give you an ide a of the numbers; from 1869 until 31 December 1918 there were 14,112 non-Orthodox deaths registered. It is estimated that there were altogether 26,400 deaths before 1869. In 1922 for example, there were 359 burials. In 1923; 327. This number ros e to about 500 deaths per year in the late 30's until the deportations took place. This was not only due to increased violence and suicide, but also to the influx of Jews from the countryside (smaller towns and villages), and may include Buchenwal d deaths.
UPDATE: "I have visited the Jewish cemetery on Rat-Beil-Strasse several times.(My BAER great-grandparents and great-great-grandparents are buried there.) In the cemetery office they have a complete listing of all burials with grave location . It is ordered by burial date. So if you know the burial date (or death date), it will be easy to locate the grave. The only complication is that the cemetery sections were renumbered at some time in the past, so they have to make this change. So urce: Ralph N. Baer
We have visited the rat Bei-Strasse cemetery in 1999 and gave, in advance, a list of people buried there and dates to a very helpful man, Klaus Meier- Ude. His interest stemmed from his occupation of photographer. He now is the 'guardian' of th e cemetery and could probably look someone up for you. I suspect the records are not computerised and therefore a month/year of death would be helpful if not essential. His address is: Rat Beil-Strasse nr 10, 60318 Frankfurt, tel 069 55 73 59. sou rce: Marion Davies, London

Married 25 MEI 1869 Leeuwarden to:
Henriette ( Jirat ) Cohen, alias: Henrietta, birth 9 Nov 1839 Utrecht, Schoutensteeg Wijk G, died 2 Apr 1870 Leeuwarden, buried Leeuwarden, steen 677, rij, nummer nieuw 8 - 24, daughter of Joseph Levi Cohen and Rebekka Berlijn
1) Mr Mozes Isaac (Maurits Izak) Duparc, birth 2 Apr 1870 Leeuwarden, died 19 MEI 1925 Paris, buried Den Haag ( Westerveld ), occupation: Rijksambtenaar
litt. cand.,Mr in de rechten, adj. commies 1899, commies 1905, hoofdcommies 1909, refrendaris 1914, afd. chef 1916, administrateur afd. K. en W. Depart. van Binnenlandse Zaken ( Sinds 1918 Dept. van O. K en W. ), ridder Ned. Leeuw, ridder Kroonor de van Belgie, commandeur van Legioen van Eer. Akte gerectificeerd bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, 2e Kamer d.d. 17 november 1921, waarbij de voornaam kind wordt gewijzigd in "Maurits Izak"
woonde sinds 13 mei 1909 in de Van Blankenburgstraat 77 in Den Haag.
WIKIPEDIA
Vroege loopbaan
Duparc studeerde rechten aan de rijksuniversiteit Leiden; in 1894 was hij juridisch kandidaat en tevens actief als secretaris van de Vereniging voor Joodse letterkunde en geschiedenis.[1] In november 1898 promoveerde hij te Leiden tot docto r in de rechtswetenschap na de verdediging van zijn stellingen.[2] Bij Koninklijk Besluit werd hij per 1 januari 1899 benoemd tot adjunct-commies bij het Departement van Binnenlandse Zaken,[3] in mei 1905 bevorderd tot commies[4] en per 1 januar i 1907 benoemd tot hoofdcommies.[5] Hij reageerde in juni 1910 met een ingezonden brief in het Nieuw Isračelitisch Weekblad op de benaming Zionistische humbug van dit tijdschrift in het artikel getiteld Anonieme Hebreečers. Met name kwam hij, oo k als joods persoon, op tegen de kritiek die door het Nieuw Isračelitisch Weekblad en door het Zionistenblad waren geuit tegen het Tweede Kamerlid jhr. mr. V. de Stuers. Deze had de term "anonieme Hebreečers" in de Tweede Kamer gebruikt, had daaro p veel kritiek gekregen maar Duparc nam het voor hem op. Hij had drie jaar onder De Stuers gewerkt en zei dat antisemitisme hem vreemd was.[6]

Duparc werd in januari 1914[7] benoemd tot referendaris; nadat in 1914 de bibliotheek van de stad Leuven vernietigd was werd een commissie opgericht, met als leden Duparc, mr. R. Fruin, J. Kalf, professor dr. W. Martin, professor dr. S.G. de Vries , dr. M.P. Rooseboom en mr. J.A.G. Verspyck Mijnssen, met als doel mensen in Nederland te stimuleren boeken uit hun eigen bibliotheek af te staan. De commissie droeg de naam Leuvens Boekenfonds en had verder 70 personen uit de literaire-, wetensch appelijke- en kunstwereld om adhesie verzocht.[8] In mei 1916 werd Duparc tot chef der afdeling Kunsten en Wetenschappen benoemd, als opvolger van J.A. Roijer;[9] hij vertegenwoordigde dat jaar het Ministerie van Binnenlandse Zaken bij de vierin g van het 40-jarig bestaan van de Koninklijke Vereniging Het Nederlands Toneel[10] en was dat jaar ook lid van de erecommissie van de Bosboomtentoonstelling, die gehouden werd ter ere van de honderdste geboortedag van Johannes Bosboom.[11] ( Wikip edia )

Latere loopbaan
In het Algemeen Handelsblad schreef Duparc, naar aanleiding van het overlijden van jhr. V. de Stuers, een in memoriam.[12] Het jaar daarop was hij lid der commissie voor de viering van de negentigste verjaardag van dr. P.J.H. Cuypers[13] en was hi j lid van een commissie tot het regelen van de tentoonstelling van het werk van de Nederlandse ambachtsscholen in het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem.[14] In april 1917 werd hij benoemd tot lid van het Zeeuws Genootschap[15] en in decembe r 1918 sprak hij namens de regering op de begrafenis van ThÔerįese Schwartze.[16] In het weekblad "Stad en Land" stond in december 1918 het portret van Duparc, met daaronder in een artikel hoeveel er sinds het optreden van deze chef van Kunste n en Wetenschappen tot stand was gekomen.[17] in 1919 had Duparc zitting in de commissie die de fondsen bijeen wilde brengen voor de herdenking van Johan van Oldenbarnevelt, omdat het dan 300 jaar geleden was dat deze ter dood gebracht was.[18] Hi j werd datzelfde jaar tot lid benoemd van de dan opgerichte Vereniging van Vrienden der Aziatische Kunst,[19] in 1920 benoemd tot lid van het Utrechts Genootschap en was aanwezig bij het afscheid van Eduard Verkade.[20] Hij werd in augustus 192 0 benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.[21]

In 1921 werd Duparc aangesteld als ondervoorzitter van de staatscommissie die de tentoonstelling van Nederlandse schilderkunst in Parijs zou voorbereiden [22] en was hij lid van de commissie tot oprichting van een herstellingsoord voor kunstenaar s te Ems.[23] Hij werd in maart 1922 benoemd tot commandeur van het Legioen van Eer.[24] In 1923 vertegenwoordigde hij het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen bij de crematie van de schrijver Louis Couperus;[25] deze vertegenwoordi ging wekte veel beroering en leidde zelfs tot kamervragen.[26] Hij herdacht in januari 1924 zijn 25-jarig jubileum bij het Departement van Kunsten en Wetenschappen, waarbij hij tal van bloemstukken en geschenken kreeg aangeboden. Hij werd ontvange n door minister J.Th. de Visser, secretaris-generaal jhr. Feith en door professor Fruin.[27] In het Nieuw Isračelitisch Weekblad stond: Mr. Duparc is een levende tegenspraak van het boze vooroordeel dat het Joodse ras niet tot constructieve arbei d geschikt is.[28]

Duparc overleed plotseling te Parijs; hij voelde zich al enkele dagen niet goed en leed aan pijnen in de hartstreek. Toen hij zich naar de diamantslijperij van de heer Asscher wilde begeven deed zich plotseling een nieuwe pijnaanval voor en zakt e hij in elkaar. Een dokter constateerde de dood ten gevolge van een hartverlamming.[29] Zijn stoffelijk overschot werd per nachttrein naar Den Haag gebracht en gecremeerd te Westerveld. De as werd overgebracht naar de begraafplaats Nieuw Ei k en Duinen, waar op de plek waar de as ter ruste werd gelegd een gedenksteen, gemaakt door Jan Wils, werd geplaatst.[30] Duparc was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, ridder in de Kroonorde van Belgiče en commandeur van het Legioen va n Eer.

Married 14 Apr 1904 Den Haag Syn. Wagenstraat to:
Carolina ( Kreindele) Simons, birth 14 Aug 1883 's-Gravenhage, died 5 Jul 1954 Bilthoven, buried 's-Gravenhage, daughter of Maurits ( Mosje ) Simons and Henriette ( Esther ) van Cleeff
Verhuisde, na overlijden van echtgenoot, 13 dec 1926 naar de Alex. Gogelweg 73, vervolgens 23 oct 1934 naar de Wassenaarseweg 23 en 6 jul 1936 naar de Benoordenhoutseweeg 25.
Main index A-Z